S&P scorecard inzichten

Het halfjaarlijkse onderzoek van S&P laat zien dat veel beleggingsfondsen een korte levensduur hebben en vaak van beleggingsstijl veranderen.

Twee keer per jaar publiceert Standard & Poor’s een Indices versus Active Funds scorecard (SPIVA). De scorecard bevat de uitkomsten van een marktbreed onderzoek naar de prestaties van in de VS gevestigde actief beheerde beleggingsfondsen. Een onderzoek dat volgens S&P uniek is omdat het:

  • Beleggingsfondsen vergelijkt met een relevante index. Een relevante index is een index die correct weerspiegelt waarin het fonds belegt (het beleggingsuniversum) en hoe het fonds belegt (de beleggingsstijl b.v. waarde of groei). Veel onderzoeken doen dit niet. Gemakshalve vergelijken zij de prestaties van beleggingsfondsen met een bekende index zonder zich af te vragen of dat wel de meest representatieve index is.
  • Rekening houdt met fondsen die niet meer bestaan. Beleggingsfondsen worden regelmatig opgedoekt of met andere fondsen gefuseerd. Het oorspronkelijke fonds bestaat dan niet meer en de beleggingsresultaten verdwijnen uit de statistieken. De meeste onderzoeken nemen de resultaten van deze ten grave gedragen fondsen niet mee. Dit vertekent de uitkomsten van een onderzoek. Ten gunste van de actief beheerde fondsen omdat de meeste fondsen die verdwijnen slecht presterende fondsen zijn. In het jargon noemt men dit survivorship bias.
  • Een indicatie geeft van style consistency. Veel beleggingsfondsen (vooral in de VS) zeggen een bepaalde beleggingsstijl te hanteren. Ze beleggen bijvoorbeeld in groei of waarde aandelen. In de praktijk blijkt echter dat fondsen regelmatig van de gekozen stijl afdrijven (style drift, in het jargon) en dus iets anders doen dan ze zeggen te doen.

 

Uitkomsten onderzoek

De belangrijkste uitkomst van het S&P onderzoek is natuurlijk dat de meeste actief beheerde beleggingsfondsen de voor hun relevante index niet verslaan. Dit geldt voor vrijwel alle categorieën van aandelen- en obligatiefondsen en over vrijwel alle periodes. Sinds 2002 (start van het onderzoek) is het niet anders. De uitkomst is elke keer weer dat actief beheerde fondsen hun belofte om de index te verslaan niet nakomen. Het is dan ook interessanter om eens te kijken naar wat het onderzoek te zeggen heeft over survivorship bias en style consistency. Daar wordt immers minder over gepubliceerd.


Survivorship bias

Het is frappant hoeveel fondsen elk jaar het loodje leggen. Bij de aandelenfondsen is na één jaar 5 tot 10 procent van de fondsen van het toneel verdwenen. Na drie jaar 15 tot 20 procent. En na vijf jaar 20 tot 30 procent. Bij obligatiefondsen zie je dat na één jaar gemiddeld zo’n 5 procent van de fondsen er niet meer is. Na drie jaar ongeveer 10 procent. En na vijf jaar rond de 15 procent. Het feit dat zoveel fondsen van het toneel verdwijnen geeft aan hoe belangrijk het is om in vergelijkend onderzoek hiervoor te corrigeren. Wie dat niet doet stelt de prestaties van de actief beheerde beleggingsfondsen veel te mooi voor.


Style drift

De cijfers voor style consistency zijn zo mogelijk nog opmerkelijker. Daaruit blijkt dat bij aandelenfondsen na één jaar 24 procent een andere beleggingsstijl heeft geadopteerd. Na drie jaar is dit opgelopen tot 42 procent. En na vijf jaar is het maar liefst de helft. Aandelenfondsen die internationaal beleggen (d.w.z. buiten de VS) hebben wat minder last van style drift. Maar ook bij deze fondsen doet nog altijd 20 tot 30 procent na vijf jaar iets anders dan voorheen. Bij obligatiefondsen is de style drift minder markant. Na vijf jaar heeft 5 tot 35 procent een andere beleggingsstijl aangenomen, afhankelijk van de categorie obligatiefondsen waarnaar gekeken wordt.

De cijfers voor style drift maken duidelijk dat beleggers in actief beheerde beleggingsfondsen goed moeten blijven opletten. Er is een aanzienlijke kans dat een fonds na een aantal jaar iets anders doet dan het deed toen je erin stapte.


En Europa?

Helaas publiceert S&P geen scorecard van in Europa gevestigde beleggingsfondsen. Dat komt waarschijnlijk omdat er voor Europese fondsen geen database is met alle hiervoor benodigde gegevens. Hopelijk komt dat ooit nog. De uitkomsten zullen vermoedelijk niet spectaculair anders zijn dan in de VS. Maar dan kunnen we wel vaststellen of het inderdaad waar is wat veel mensen zeggen: dat Europese fondsen veelal slechter presteren dan Amerikaanse fondsen. Gegeven de hogere kosten van Europese beleggingsfondsen klopt dit vrijwel zeker. Maar een bevestiging van S&P zou toch heel aardig zijn.

Laatste nieuwsartikelen

Ios0127 Money Bag 5 C2

Belasting op beleggen: de stand van zaken

Voor beleggers wordt de belasting op beleggen (iets) eerlijker en aantrekkelijker. Maar hoe het er precies uit gaat zien is nog steeds niet helemaal duidelijk. Een korte update.

Ios0131 Lightbulb 6 C3

Daniel Kahneman, de man die ons feilbare denken aantoonde

'Success = talent & luck. Great success = a little more talent & a lot more luck.’ Het was de favoriete formule van Daniel Kahneman, de psycholoog met een Nobelprijs voor de Economie, die in maart is overleden. Daniel Kahneman was een van de grondleggers van wat tegenwoordig gedragseconomie heet. Hij wijdde zijn leven aan de manier waarop mensen beslissingen nemen. En liet zien dat de mens niet rationeel is, continu denkfouten maakt en daardoor verre van optimale beslissingen neemt. De Nederlandse titel van zijn magnum opus vatte zijn gedachtegoed goed samen: ons feilbare denken. Zijn inzichten zijn voor beleggers van onschatbare waarde.

Boek (2)

Wijziging prospectus Meesman fondsen en switchkosten weer aan

In het prospectus van de Meesman Beleggingsfondsen zijn enkele wijzigingen doorgevoerd die op 1 juni 2024 ingaan.