De nieuwe pensioenwet per 1 juli 2023

Per 1 juli 2023 gaat de nieuwe pensioenwet in. Dat brengt voor iedereen veranderingen met zich mee. De vakbonden, werkgevers en overheid hebben er 15 jaar over gedaan om deze wet vorm te geven. Het belangrijkste doel van de nieuwe wetgeving is om het pensioengeld eerlijker over deelnemers van verschillende leeftijden te verdelen. Daarnaast kunnen pensioenfondsen flexibeler beleggen. Daardoor kan de pensioenuitkering eerder omhoog, maar ook sneller naar beneden, als de beleggingsresultaten minder goed zijn. Een pensioenfonds kan reserves aanhouden om dalingen van de pensioenuitkering zoveel mogelijk te voorkomen.

Aan de hand van enkele voorbeelden leggen we in dit artikel uit wat er wijzigt.

Het pensioengeld eerlijker verdelen over deelnemers van verschillende leeftijden

In het huidige stelsel bouwt de deelnemer bij de meeste pensioenfondsen een vastgesteld bedrag aan pensioenuitkering op. De hoogte van de pensioenopbouw is afhankelijk van het in dat jaar geldende salaris. Bijvoorbeeld: Bert is 25 jaar. Hij werkt als lasser bij een metaalbewerkingsbedrijf. Zijn werkgever betaalt per jaar € 2.950 pensioenpremie voor hem. Hij draagt zelf € 1.710 per jaar bij. Hij bouwt in het huidige stelsel € 300 pensioen op. Dat wil zeggen dat hij, als hij één jaar pensioen zou opbouwen en verder nooit meer, dat hij dan boven op zijn AOW-uitkering per jaar €300 bruto aan pensioen krijgt. Als het salaris en de premie hetzelfde zouden blijven en hij werkt vijf jaar, dan heeft hij € 1.500 pensioen per jaar (5* €300).

Bert krijgt minder pensioen dan waarvoor hij en zijn werkgever betalen

De premie per jaar inclusief de eigen bijdrage van Bert is € 4.660. Als zijn werkgever en hij 5 jaar lang die premie alleen voor hem opzij leggen, dan zou hij op zijn 68e een pensioen per jaar ontvangen van € 6.500 in plaats van € 1.500. De premie die het pensioenfonds voor zijn pensioenopbouw van € 1.500 niet nodig heeft, verschuift het pensioenfonds nu naar pensioenopbouw voor oudere deelnemers. Als het pensioenfonds de premie van € 4.660 alleen aan Bert toe laat komen, heeft hij dus in dezelfde periode meer dan vier keer zoveel pensioen opgebouwd.

Omdat oudere deelnemers dichter bij de pensioendatum zijn, brengt hun inleg minder op, omdat er minder tijd is om rendement te maken. Dit solidaire systeem is bedacht toen veel pensioenfondsen werden opgericht. De gedachte was dat ook oudere mensen die startten met pensioenopbouw een vergelijkbaar pensioen moesten krijgen als jongere mensen. Door de jongeren dezelfde premie te laten betalen en een deel van die premie voor pensioenopbouw voor de ouderen te gebruiken, kregen ouderen een beter pensioen. De jongeren worden vanzelf ouder en krijgen dan ook weer de bijdrage van de nieuwe jongeren. In die tijd bleven mensen vaak veel langer dan nu bij dezelfde werkgever en in dezelfde bedrijfstak werken. De tijden zijn veranderd. Er zijn nog weinig mensen die 40 jaar in dezelfde bedrijfstak blijven of bij dezelfde werkgever. De jongere betaalt geen inleg meer voor de oudere deelnemer. Iedere deelnemer heeft zijn eigen potje met pensioengeld.

In het nieuwe stelsel krijgt iedere deelnemer pensioenopbouw op basis van de ingelegde premie.

Als het pensioenfonds de nieuwe regels heeft ingevoerd, krijgt Bert de pensioenopbouw op basis van de inleg van € 4.660. Dat betekent dat hij in 5 jaar € 6.500 aan pensioen opbouwt in plaats van € 1.500. Uiterlijk 31 december 2027 moeten de pensioenfondsen de pensioenregelingen aan de nieuwe regels hebben aangepast.

Krijgen oudere deelnemers na invoering van de nieuwe wet minder pensioenopbouw?

Ja, dat klopt. Gelukkig zijn er manieren om het tekort bij oudere deelnemers te verminderen. Bij de pensioenfondsen zijn veel reserves. Een deel van die reserves wordt gebruikt om het tekort in pensioenopbouw voor oudere deelnemers te verlagen. Soms kan het tekort zelfs helemaal opgelost worden. Vakbonden en werkgevers zullen in de onderhandelingen samen kijken hoe de reserves zo eerlijk mogelijk kunnen worden verdeeld.

Verliezen deelnemers bij pensioenfondsen pensioen dat ze in het verleden hebben opgebouwd?

Nee, ze verliezen het al opgebouwd pensioen niet. Het opgebouwde pensioen van iedere deelnemer wordt vertaald naar de nieuwe regels. Iedere deelnemer bij een pensioenfonds heeft dan zijn eigen potje met pensioengeld, inclusief het al opgebouwde pensioen. De manier van beleggen zal bij de meeste pensioenfondsen beperkt veranderen. Het pensioenfonds kan het beleggingsbeleid bepalen op basis van het pensioengeld van alle deelnemers samen. Dat betekent dat iedere deelnemer op dezelfde manier meedeelt in het rendement. Pensioenfondsen mogen ook kiezen om de beleggingen aan te passen aan de individuele deelnemer. Dan wordt het pensioenpotje per deelnemer zo belegd, dat het past bij de leeftijd en het inkomen van die deelnemer. Als een pensioenfonds deze manier van beleggen kiest, verandert er meer.

Voor alle pensioenregelingen geldt: de vaste pensioenuitkering vervalt. De uiteindelijke pensioenuitkering hangt af van de hoogte van het pensioenpotje op pensioendatum en de dan geldende tarieven bij het pensioenfonds of verzekeraar.

In het huidige stelsel moeten pensioenfondsen reserves aanhouden om de vaste uitkering zoveel mogelijk te garanderen. Deze reserves brengen weinig op, zeker in de afgelopen jaren met de hele lage of zelfs negatieve rente. De verwachting is dat dankzij het nieuwe systeem de rendementen verbeteren. Het aanhouden van reserves voor de garantie hoeft niet meer. Hierdoor kunnen de pensioenuitkeringen sneller indexeren.

Weet ik precies hoeveel pensioenuitkering ik ga ontvangen als ik met pensioen ga?

In het huidige stelsel ziet u op uw pensioenopgave van het pensioenfonds welke pensioenuitkering u per jaar bruto gaat ontvangen. In het nieuwe stelsel ziet u de verwachte hoogte van de pensioenuitkering. U kunt in www.mijnpensioenoverzicht.nl altijd zien hoe hoog de verwachte pensioenuitkering is. Dit is een grote verandering. Elk jaar wordt de hoogte van het pensioen opnieuw bepaald. Of de uitkering stijgt of daalt hangt af van de behaalde resultaten en de geldende rentestand.

Welk pensioen ontvangt mijn partner, mocht ik voor de pensioendatum overlijden?

In de huidige pensioenregelingen zijn er keuzes in hoogte, duur en vorm van partnerpensioen. In de nieuwe wet is er minder keuze. Maar het partnerpensioen kan veel hoger zijn dan nu. Iemand die start met werken met een salaris van bruto € 24.000 per jaar, kan nu maximaal een partnerpensioen hebben van € 4.320 bruto per jaar. Vanaf 1 juli 2023 mag dat maximaal € 12.000 bruto per jaar zijn. Dat betekent dat de partner in de nieuwe wet netto ongeveer € 450 per maand méér mag ontvangen.

Het verschil voor een deelnemer die 55 jaar oud is en van baan wisselt is nog veel groter. In de oude wet was het maximale partnerpensioen bij een salaris van bruto € 35.000 per jaar bruto € 3.200 en dat is in de nieuwe wet bruto € 17.500 per jaar. Dat is zo’n € 830 per maand netto meer voor de partner.

U mag meer inleggen op de lijfrenterekening

Maryam is ZZP-er. Zij is 45 jaar. Zij heeft een inkomen van € 65.000 bruto per jaar. Zij bouwt verder geen pensioen op. Nu mag ze nog maximaal € 6.200 aftrekken van haar inkomen. Deze inleg kost haar netto € 3.900. Na invoering van de wet mag ze maximaal € 14.000 aftrekken. Dat betekent dat ze € 7.800 extra in haar privépensioen mag investeren. Daardoor kan ze ook van meer belastingvoordeel genieten. Als ze € 14. 000 zou inleggen op haar Meesman Pensioenrekening, heeft ze € 2.880 meer aan belastingvoordeel dan bij een inleg van € 7.800. De inleg van € 14. 0000 kost haar netto € 8.820. Ze betaalt pas belasting als ze de uitkering gaat ontvangen om haar pensioen aan te vullen. Dat kan bijvoorbeeld vanaf het bereiken van de AOW-leeftijd. Voor haar geldt nu dat de AOW-uitkering start als zij 68,5 jaar oud is.

Tot slot

Tot 2028 hebben we de tijd om de pensioenregelingen om te zetten naar de nieuwe regels. In de wet staat dat pensioenfondsen, verzekeraars en werkgevers helder en duidelijk moeten communiceren naar deelnemers. Het is een hele uitdaging, maar de huidige maatschappij krijgt nu wetgeving die past bij de nu geldende omstandigheden.

Op www.onsnieuwepensioen.nl vindt u meer informatie.

Door Judith Scherrenberg, My Personal Finance

Laatste nieuwsartikelen

Ios0127 Money Bag 5 C2

Belasting op beleggen: de stand van zaken

Voor beleggers wordt de belasting op beleggen (iets) eerlijker en aantrekkelijker. Maar hoe het er precies uit gaat zien is nog steeds niet helemaal duidelijk. Een korte update.

Ios0131 Lightbulb 6 C3

Daniel Kahneman, de man die ons feilbare denken aantoonde

'Success = talent & luck. Great success = a little more talent & a lot more luck.’ Het was de favoriete formule van Daniel Kahneman, de psycholoog met een Nobelprijs voor de Economie, die in maart is overleden. Daniel Kahneman was een van de grondleggers van wat tegenwoordig gedragseconomie heet. Hij wijdde zijn leven aan de manier waarop mensen beslissingen nemen. En liet zien dat de mens niet rationeel is, continu denkfouten maakt en daardoor verre van optimale beslissingen neemt. De Nederlandse titel van zijn magnum opus vatte zijn gedachtegoed goed samen: ons feilbare denken. Zijn inzichten zijn voor beleggers van onschatbare waarde.

Boek (2)

Wijziging prospectus Meesman fondsen en switchkosten weer aan

In het prospectus van de Meesman Beleggingsfondsen zijn enkele wijzigingen doorgevoerd die op 1 juni 2024 ingaan.